Er bestaan vele definities van duurzaam bouwen.
Het begrip van duurzaam bouwen is dan ook erg breed.
Duurzaam bouwen wordt steeds meer gezien als een kwaliteitsaspect .
Daarbij gaat het niet alleen om de kwaliteit van de materialen,
maar evengoed om de kwaliteit van het resultaat van het bouwproces,
nl. het wonen . Tenslotte bouwt de mens al tienduizenden
jaren onderkomens om zijn leefklimaat te vergroten.
Of hij daarvoor
palmbladeren gebruikte of grotten opzocht: in alle gevallen was
hij op zoek naar meer woonkomfort .
Onbewust van alle moderne bepalingen van duurzame ontwikkeling
en dito bouwen pasten onze voorouders wel spontaan
alle principes ervan toe. Zij gebruikten natuurlijke materialen
die weinig energie of transport kosten en lieten de recyclage
over aan de termieten.
Bij de woongrotten lag het woonkomfort
zeer hoog in vergelijking met de bouw- en slopingskosten: die
waren er immers niet. Bijgevolg konden ze zich beperken tot de
verwarming en de binnenhuisarchitectuur: de kunst van Altamira
tot Andy Warhol was geboren!
Natuurlijk hebben onze Noorderburen het probleem grondiger ontleed
en systematischer uitgewerkt. Daarvoor hebben ze dan ook een Nationaal
Dubo Centrum.
In 1998 stelde het centrum al gedragslijnen op die eigenlijk
nog steeds richtinggevend zijn.
De eerste gedragslijn is, om
met milieuminister de Boer te spreken: 'Het aan je kinderen nalaten
van een wereld zoals
je hem zelf zou willen vinden'. B.v.
- het niet opmaken van eindige voorraden
- het instandhouden van waardevolle landschappen of stadsgezichten
- het binnen de perken houden van broeikasgassen.
De tweede gedragslijn is: zorgen dat gebouwen en gebouwomgeving
bijdragen aan de gezondheid, het welzijn en het comfort
van de mensen van nú. Voorbeelden zijn:
- het zorgen voor een aangenaam binnenklimaat
- het weren van geluidshinder
- het opnemen van voldoende groene elementen in de leefomgeving “
Ondertussen is er ook in Vlaanderen veel meer
belangstelling voor dit onderwerp. De Vlaamse regering wilde
al in 2000 75 % van het bouw-en sloopafval hergebruiken. VITO
onderzocht de milieukwaliteit en recyclagemogelijkheden van bouwpuin.
Daaruit volgden nuttige aanbevelingen voor aannemers en slopers.
Of de norm daarmee gehaald werd weten wij niet, maar de belangstelling
voor duurzaam bouwen bleef.
Zo kwam er in 2002 een Centrum Duurzaam Bouwen in
de mijn van Zolder en opende de provincie Antwerpen in 2003 Kamp
C in Westerlo.
Dit Provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen
en Wonen zullen we dan ook gaan bezoeken tijdens de hogervermelde SDIT cursus .
Bij
de realisatie van Kamp C werden de beginselen van duurzaam bouwen
op een economisch haalbare manier toegepast.
Aandachtspunten waren daarbij de inplanting van het gebouw, de
materiaalkeuze, het watergebruik en de waterzuivering, de verwarming,
de koeling, ventilatie en verlichting.
Een studiebezoek zal ons
dan ook in staat stellen om een realistisch beeld te krijgen
van alle facetten van dit uiterst complexe gebeuren: duurzaam
bouwen en wonen.